18 July 2007

Tropea naar Palermo crisis

Hallo allemaal,

Na het vertrek van Hans, Denise en Bouke belanden we in een 'kleine' CRISIS (het een heeft niets met het ander te maken overigens!!!). We zitten ongeveer op de helft van de reis, zowel qua tijd als nog te varen afstand naar zuid Portugal (ons beoogde einddoel om daar de boot te laten overwinteren) en omdat;- we de laatste 2 weken wat pech hebben met het weer en dan vooral de wind en de daarbij behorende zeegang (geregeld waait het ten noorden van ons tot windkracht 9)
- de te varen afstanden tussen veilige havens of ankerplekken hier in Italie veel groter is als wat we tot nu toe gewend waren (het is hier gewoon 'groter' water)
- er nog 2 redelijk grote oversteken aankomen (Sicilie - Sardinie & Sardinie - Menorca)
- Michel daar beter mee om kan gaan dan Nel (die zekerheden zoekt die er gewoon niet zijn)
werd er door Michel de (zeer zwart/witte) conclusie getrokken dat het dan beter was als Nel en de kinderen naar huis zouden vliegen en dat hij dan (solo) de boot naar Nederland zou brengen in een week of 6.........................Ondertussen, diverse gesprekken en evenzovele andere opties later en heerlijk varend met prachtig rustig weer is het bovenstaande gelukkig weer wat ingedaald en zijn de standpunten in ieder geval weer helemaal duidelijk. Voor de oversteek naar Sardinie is bedacht dat mocht het weer niet meewerken, Nel en de kinderen op de veerboot naar Sardinie oversteken en dat Michel, eventueel met ingevlogen hulp, de boot naar Sardinie brengt. Deze optie brengt ons in ieder geval weer een station verder op de reis en dichter bij Portugal. Daarna zien we dan weer verder.

We liggen uiteindelijk nog 2 dagen in Tropea te wachten tot de zee enigzins bedaard om dan 48 mijl te varen richting de nog actieve vulkaan Vulcano. De eerste uren kunnen we zeilen totdat binnen enkele honderden meters de wind meer dan 100 graden draait en we hem pal tegen krijgen (en dat op open zee, nog nooit vertoond!!, welkom op de Middellandse zee........). De rest van de mijlen motorzeilen we en na 7 uur valt het anker in de baai van Vulcano. Binnen 20 seconden zegt Fenna ineens 'Bleehhhh, Sjoerd laat een windje!!'...... Qua geur heeft ze gelijk, maar het komt niet van Sjoerd. Een penetrante zwavelgeur (rotte eieren) hangt in de baai en als we in het water kijken blijkt waarom, een zee van luchtbellen vecht zich een weg naar het oppervlak. De berg waar we tegenover liggen heeft prachtige gele vlekken, die ook duiden op de aanwezigheid van zwavel. Michel checkt met de snorkel het anker en onder water is het een fantasties gezicht hoe de bellen door de zand- en rotsbodem blazen. Weer op de boot blijkt de zilveren armband compleet zwart te zijn geworden!! Ergo, de zwavel zit hier gewoon in behoorlijke hoeveelheden in het zeewater.
Ondertussen beginnen we ons ook te verbazen over de frequentie van het af- en aan varen van een scala aan ferries. Snelle enkelrompers, catamarans, hydrofoils, autoferries, noem het maar, ze komen hier iedere 20 minuten aan. En vertrekken binnen enkele minuten weer met 'wildrokende' motoren.Na het middagdutje van het kroost gaan we de wal op om een compleet platgelopen toeristies dorp te zien dat draait om het vulkanisme. Bezoek aan de rokende krater, strandbezoek met borrelende warme poeltjes, maar bovenal een (lekker?) heet zwavel-modderbad dat volgens de affiches zo ongeveer overal goed voor is. Tegelijkertijd staan er overal waarschuwingsborden die melden dat het inademen van de gassen zeer slecht voor de gezondheid zijn. Middel erger als de kwaal?........ Wel is het zeer grappig om alle compleet bemodderde mensen te bekijken. We lopen langs een muurtje van vulkaansteen en ook hier komt op knie-hoogte zwavelstoom uit de gaten zetten. Prachtig voor de kinderen om te zien, maar stinken!!Verder is er in het dorp niets te beleven of je moet houden van tientallen huur-scooters die luid motorend door de straatjes scheuren. We begrijpen ondertussen helemaal niets meer van de vele ferries die het eiland aandoen. De hoeveelheid mensen in het dorp en op het strand rechtvaardigen misschien 1/10 van het aantal afvaarten...... Dit blijkt ook als we een kijkje nemen bij de haven. Veel van de ferries gaan maar met een paar mensen aan boord op weg en de auto ferries wisselen maar een paar auto's. Onbegrijpelijk dat dit uit kan..........

Wij brengen de avond door op het strand, de kinderen lekker spelend in de warme poeltjes en wij met een koud biertje. Onderweg naar de boot scoren we een gebraden kip en een lekker stokbrood (het eerste knappe brood dat we in Italie weten te kopen) en eten met tomaat en komkommer een heerlijk maal.

De volgende dag ankerop richting St. Agatha, een plaatsje langs de Siciliaanse kust. Niks moois, trein dwars door de plaats. Redelijke ankerplek, gauw wegwezen.
Dus door naar Cefalu, een rondom een klif gebouwd eeuwenoud plaatsje. Er is een jachthaven aan de oostkant van de stad, maar dit betekend een pittige wandeling naar het centrum. Dus proberen we aan de westkant te ankeren voor het strand, net onder beschutting van een klein piertje. Kiel omhoog en in 2,5 meter water gaat de spijker in het kristalheldere water. Wat een mooie plek om te liggen!! Het weer werkt ook mee, we zitten middenin een mega hogedrukgebied (tevens de reden voor het wisselvallige weer in Nederland) en het waait tussen windkracht 0 en 3. Natuurlijk zijn we binnen no-time klaar om met de bijboot naar het strand te roeien en de rest van de middag brengen we door op het fijn ondiepe strand met het centrum van Cefalu binnen handbereik. Op het strand maken de kinderen kennis met het Nederlandse jongetje Tim uit Akersloot, die met zijn ouders hier op vakantie is voor 2 weken (goedkope vlucht met Transavia naar Palermo, lokaal een 'bed & breakfast' geboekt en als je verder normaal doet een zeer leuk en redelijk betaalbaar alternatief voor een georganiseerde reis). Het is echt het perfekte strandje voor de kinderen en ze hebben plezier voor 10!!Een van de grote voordelen voor ons van de Italiaanse stranden is het feit dat er overal douches zijn en we dus ongegeneerd uitgebreid kunnen douchen, alhoewel het gebruik van zeep en shampo wel wat vreemde blikken oproept........ Wat ook de meest malle blikken en opmerkingen oproept is onze manier om Sjoerd op het strand niet de hele tijd in de gaten te moeten houden. We zetten hem met een 4 meter lang touwtje en een tuigje vast aan 'geitenpen' waarmee hij net tot kniehoogte in het water kan en al z'n speelgoed om hem heen heeft. Wij zijn er blij mee, maar de gemiddelde Italiaan vindt het (geloven wij) schandelijk..........

Een andere vreemde zaak op dit strand is het feit dat er overal zeer koud zoet water uit het strand komt borrelen. Er moet dus ergens een ondergrondse bron of een ondergrondse rivier zijn........... Later in de stad bekijken we een soort van openlucht kelder waar volgens de borden een 2 eeuwen oud Romeinse bad is. Ook hier zien we ijskoud water uit de grond omhoog 'wellen'. Kennelijk is Cefalu hier juist gevestigd door de aanwezigheid van deze bronnen.Die avond flaneren we door het oude centrum en denken we terug aan de soortgelijke prachtige plaatsen die we in Slovenie en Croatie hebben bezocht. Er is 1 groot verschil, hier in Italie is het ook nog eens gezellig!! Wat ook opvalt zijn aanplakbiljetten die terugkeer van 'de traditionele kunst van het tonijnvissen' promoten. Dit gebeurt door middel van een sluw stelsel van netten -van soms wel 14 kilometer- dat voor tonijnen (en andere vissen zoals dolfijnen etc.) die hierin zwemmen eindigt in de 'camera del morte' (kamer van de dood). Helemaal moe gestreden van hun pogingen om de netten te ontvluchten, laten de vissen zich vervolgens als makke schapen vanaf rond de kamer gegroepeerde bootjes met grote pikhaken uit het steeds roder kleurende water prikken........ Deze manier van vissen is door dieren activisten en de steeds afnemende hoeveelheid tonijn voor een groot gedeelte in onbruik geraakt, maar kennelijk is er een groep mensen die dit graag weer terugziet.......
De volgende morgen is het onderwater reparatie tijd. De anode die op de schroef zit gemonteerd is zodanig weggevreten dat hij rammelt tijdens het varen. Ook had ik in een eerdere poging de 3 imbusboutjes aan te draaien er al 1 afgebroken. Via (lange) Bram was met enige strubbelingen met de bezorgdienst een nieuwe anode gevonden, meegebracht door de familie op hun recente bezoek. Ik zoek de duikuitrusting en het gereedschap bij elkaar en na zeker 8 jaar ga ik weer eens met een fles op de rug onder water. Wel even wennen.............. Ik stoei een tijdje met het afgebroken boutje, maar krijg het er met geen mogelijkheid uit. De nieuwe anode dus maar met de overgebleven 2 boutjes vastgezet. De komende weken af en toe maar eens controleren of alles vast blijft zitten. Na het anode klusje boen ik nog het onderwaterschip (de Belgische anti-fouling werkt prima, alleen wat groene aanslag op de romp, geen pokken of mosselen) en zie dat er in het fijne zand op de bodem tientallen jonge platvissen (tarbot-achtig) zitten, leuk om naar te kijken.

Na nog een dag strand en slenteren door Cefalu gaan we ankerop richting Palermo, het vermeende centrum van de maffia. Het wordt een rustig tochtje van een uur of 5 en tegen de middag varen we de haven van Palermo in om daar het cruiseschip 'Westerdam' van de Holland-Amerika-Lijn aan te treffen. Dit is voor Michel een weerzien na negen jaar, want ook in het Carieb was er een ontmoeting met de Westerdam en een bezoek aan boord (toeval bestaat niet!!). Hier een klein stukje uit het verslag van 1998;

"Die morgen als ik buiten kom, zie ik een cruise schip van de Holland Amerika lijn. Het is de Westerdam en ik weet van Piet dat een neef van hem als eerste officier aan boord zit. Ik trek de stoute schoenen aan en roep de Westerdam via de marifoon op en vraag of Ben van Scherpenzeel aan boord is. Dat is ie en even later kletsen we over Piet en Henny en doe ik hem de groeten. Het blijkt een spontane knul en we worden aan boord uitgenodigd voor een rondleiding. Dat laten we ons natuurlijk geen twee keer zeggen en we spreken voor later die middag af. Aan boord gekomen, worden we door een officier opgewacht, die ons vraagt of we voor de verjaardag van Ben komen. Nee dus, maar wel grappig dat ie jarig is. We krijgen instructie hoe we op de brug moeten komen en dwalen door het levensgrote schip. Op de brug ontmoeten we Ben, een 33 jarige eerste officier (na de kapitein de baas) met een kwajongens gezicht. Hij verontschuldigd zich voor dat moment, want hij heeft bezoek van de kustwacht én de FBI. Wij bekijken de brug en kletsen met de andere aanwezige officieren. De HAL is tegenwoordig volledig in Amerikaanse handen, maar alle officieren zijn nog Nederlanders. De heren draaien vier maanden dienst, om daarna twee maanden verlof te hebben. Nadat Ben z´n officiële bezigheden heeft afgerond, krijgen we een rondleiding over het schip en ik kijk m´n ogen uit. Luxe, luxe en nogeens luxe. Er kunnen zo´n 2400 mensen aan boord, waarvan meer als 600 man personeel. Ze verbruiken per dag meer als 600 ton (600.000 liter) zoet water, dat ze voor het grootste deel zelf uit zeewater maken. Verder blijkt het voor de officieren best een vervelende toestand, want ze varen iedere keer hetzelfde ritje, Ft.Lauderdale, Puerto Rico, US Virgins, één of ander klein onbewoond eiland, Ft.Lauderdale. Gewoon een luxe busdienst dus. We eindigen de rondleiding op het achterdeck, bij de buitenbar en één van de zwembaden, krijgen een drankje aangeboden en nemen afscheid van Ben. Joke is de slimste van ons drieën, heeft haar badpak mee en neemt een frisse duik in het zwembad."
Tot zover 1998, wij gaan het centrum van Palermo verkennen, hierover de volgende blog meer, dus tot de volgende keer! Ate a vista, crew 'Mare Cognitum'.